Natuurlijk verslapen we ons niet. Om vijf voor vier in de
ochtend worden de kleintjes slapend in hun autostoeltje getild, de bagage zit
er dan al in. Het is maar vijf minuten rijden naar de ferry en volgens Jette is
het er extreem rustig vandaag. Je zou het
zomaar vergeten: het is eerste Kerstdag! Niemand van ons is er rouwig om dat
het hele feestelijke gebeuren aan ons voorbij gaat. De afgelopen decennia zaten
we altijd in de sneeuw – nou ja, als we geluk hadden – maar dit bevalt ons ook
opperbest.
Jette en Mauricio gaan kaartjes kopen, dat moet bij een
verkooppunt in de straat tegenover de aanligplaats. Hier staat wél een lange
rij maar als er een tweede loket opengaat lost die zich snel op. Voor de prijs
hoef je het niet te laten, voor de auto betalen we ongeveer €16 en per persoon
dan nog 0,80ct. Mauricio en Daan blijven in de auto’s om ze op de boot te
rijden, wij gaan vast aan boord om een plekje te zoeken. Het is inderdaad
helemaal niet druk dus we kunnen maar uitzoeken. Precies op tijd, best bijzonder
hier, worden de loopplanken opgehaald. Dat gebeurt gewoon handmatig. De mannen
voegen zich al snel bij ons en terwijl Daan koffie haalt voor ons allemaal
gaan de trossen los. De tocht duurt een dik uur en in dat uur komt de zon op.
Dat is één van de redenen voor mensen om de vroege boot te nemen, een prachtig
gezicht is het. We maken veel te veel foto’s onder het motto ‘thuis gooien we
er wel uit wat niet de moeite waard is’ en genieten van de stilte op het water.
Bij aankomst verloopt alles weer heel vlot, we hoeven maar
heel even te wachten op de auto’s. Daarna karren we door naar Montezuma, dat
ligt op een uur of twee rijden hiervandaan aan de Grote Oceaan. Het landschap is nu
echt heel tropisch. Hier en daar een dorpje, dan weer onvervalste jungle. Men
is hier wel erg op het toerisme ingesteld, nog niet eerder zagen we zoveel
aankondigingen van hotels en resorts, het ene nog mooier dan het andere. De
wegen zijn voor een groot deel redelijk, dat wil zeggen in elk geval een soort
van geasfalteerd, maar het laatste stuk is het weer een en al zandweg waar je
alleen slalommend langs diepe kuilen overheen kunt. Alles zit onder het stof.
Het lijkt wel alsof de bomen aan de kant allemaal van een laag bruine
structuurverf voorzien zijn…je kunt hier maar beter geen longaandoening hebben!
Ons hotel, Amor del Mar, ligt zó verstopt tussen de gewone optrekjes dat we er
eerst voorbij rijden. We parkeren de auto’s langs het pad en hebben er geen
hoge dunk van. Tot we naar binnen lopen….het overtreft onze stoutste verwachtingen!
Wat een schitterend terrein. Alles tot in de puntjes verzorgd, overal
hangmatten, zitjes en ligstoelen, uitzicht op zee…fantastisch! Als ze ook nog
eens een uitstekend ontbijt blijken te serveren kan het helemaal niet meer
stuk.
![]() |
Mille's bedje fungeert als box terwijl wij ontbijten. Tja, en als Hugo erin ligt wil zij er natuurlijk óók bij.... |
Deze brutale specht ziet kans in één keer het brood van je bord te pikken! |
Het is nog heel vroeg en er is pas één kamer voor ons klaar, daar zetten
we voorlopig alle bagage neer. En dan strekt de dag zich voor ons uit.
Een
luierdag (niet alleen letterlijk, dat laten we voor de kleintjes die daar
onwaarschijnlijk goed in zijn ;) ) waarin we niet veel meer doen dan
pootjebaden, lezen, beetje keutelen, nog meer lezen, op kindertjes passen.
Hugo's superhandige slaaptentje! Toch een beetje kamperen... |
Tegen
twee uur zijn de kamers allemaal klaar en verhuizen we onze spullen. Wij mogen
de mooiste kamer en dat is werkelijk een juweeltje, met een groot terras en
heerlijke stoelen. Opeens komt er iemand aan die roept dat er een aap in een
boom zit, aan de andere kant van het terrein. En er loopt een ander beest, we
denken eerst een hondje te zien maar het is een soort kleine miereneter. De aap
slingert zich van tak naar tak, dat is toch wel iets heel bijzonders om te
zien. Mille vindt het prachtig!
Aan het eind van de middag lopen we over de
zanderige weg naar het dorpje om wat inkopen te doen. We halen er onder andere
een grote plastic teil die dienst moet gaan doen als babybadje. Het stikt er van de restaurantjes, dit dorp
moet het duidelijk hebben van het toerisme. Er zitten veel Amerikanen die de
dienst uitmaken (o.a. de eigenaren van ons hotel, die dat met een hele familie
beheren) maar gelukkig ook veel locals die er hun nerinkje hebben. Het geheel
ademt iets van de 70-er jaren-backpackerssfeer en doet de hippietijd herleven
in onze gedachten. Groot is het niet, het zijn maar drie straatjes. We lopen
eerst terug naar het hotel om de boodschappen thuis te brengen en later gaan we
terug om een hapje te eten. Onderweg zien we een heel varken aan het spit
liggen, best een raar gezicht maar het ruikt verrukkelijk. Wij zoeken een ander
eetplekje en komen bij een Spaans – Italiaans restaurantje uit. Het ligt mooi
aan het water maar daar zien we in het donker natuurlijk niets van. Voor Mille
bestellen we een klein bord spaghetti a la bolognese. Dat komt als eerste en is
genoeg voor een heel peloton hongerige soldaten. Hoewel ze er een beste portie
van naar binnen slaat help ik haar dus maar even mee, het is namelijk erg
lekker. Inger en Daan gaan zich te buiten aan kreeft, die helaas wat tegenvalt.
Ik verheug me op mijn calamares a la romana (gefrituurde inktvisringen,
natuurlijk ook hier geserveerd met rijst en bonen) maar die zijn taai. Inger
denkt dat ik overdrijf maar als ik er een aan Daan laat proeven beaamt die:
smaakt naar rubber! Bij de obligate vraag van de ober of het gesmaakt heeft
antwoord ik dus naar waarheid ‘nee’. Hij begrijpt meteen wat ik bedoel als ik
zeg dat het nauw luistert bij schaal- en schelpdieren, als je die ook maar iets
te lang kookt gaat het mis. Heel netjes zet hij mijn maaltje dus niet op de
rekening.
Jette en Mauricio zijn met Hugo in het hotel gebleven. Zij
hebben nog een paar grote Tupperware bakken met arroz con pollo, van de
kerstlunch gisteren . Later hoor ik dat ze het toch bij brood met allerlei
lekkers hebben gehouden. Dus die rijst met kip, die zwemt nu in de oceaan vrees
ik…