zondag 22 april 2018


Woensdag 3 januari – dag 17: Monteverde

Hugo is een luiaard. Dat jullie het maar even weten. Ik kom er nog op terug!

Vandaag trekken we allemaal warme kleren aan. Het is namelijk nog steeds koud. En dat niet alleen, het regent ook een beetje. Maar ach, als je in een regenwoud bent is dat niet zo gek en we zijn goed voorbereid: iedereen heeft een poncho bij zich, zelfs voor Mille is er een mini-exemplaar mee. Alleen Jette en Mauricio gaan in het dorp nog even op zoek naar een regenjas waar ze ook Hugo goed onder kunnen verstoppen als hij in de draagzak zit. Bovendien heeft hij een nieuwe muts nodig, het is nu beslist te koud voor hem zonder en zijn oude is te klein. Ze gaan daarna meteen door naar de ingang van het park om vast kaartjes te kopen voor ons allemaal.

De parkeerplaats van het Reserva Biológica Bosque Nuboso ligt een eindje van de ingang af. We worden naar een vrije plek gedirigeerd en horen dat een shuttle-busje ons het laatste stuk naar boven zal brengen. Op de parkeerplaats staat een houten gebouwtje waarin een winkeltje met aardewerk zit waar we heel even rondkijken maar graaien dan onze spullen snel bij elkaar om in de shuttle te stappen. De eigenaar ziet onze interesse en vraagt of hij ons iets mag vertellen, hij heeft maar een paar minuten van onze tijd nodig, maar dat houden we af. We willen graag op tijd bij onze afspraak zijn. De kaartjes zijn inmiddels gekocht, en we hijsen ons allemaal in een poncho/regenjas. Mijn exemplaar is knalroze, zodat ik eruit zie als een lichtgevende flamingo. Iets voor tienen ontmoeten we onze gids, Giuliano. Een Amerikaan van Italiaanse afkomst, die zijn praktijk als jurist eraan gegeven heeft om zich in Costa Rica bezig te gaan houden met de bescherming van dit unieke stukje natuur en we gaan met hem op pad voor een tocht die ongeveer drie uur zal gaan duren. Giuliano blijkt een geboren verteller en we hangen dan ook aan zijn lippen terwijl hij om de paar meter stilstaat om iets te laten zien. Als je géén gids hebt loop je er zo aan voorbij en denk je waarschijnlijk alleen maar ‘leuk, een bos’, maar wij zien echt een enorme verscheidenheid aan planten en bloemen. Hugo is helaas nogal jengelig, hij wil niet echt in slaap vallen wat we natuurlijk wel gehoopt hadden. Na een half uurtje heeft Mauricio het wel gezien en gaat hij met Hugo terug om ons niet op te houden. Begrijpelijk maar wel erg jammer. Wij gaan zonder hen door en krijgen het ene college na het andere. Over epifyten, planten die op andere planten, bladeren of boomschors groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken zoals bijvoorbeeld de bromelia die hier werkelijk in overvloed te zien is maar ook orchideeën, aronskelken, varens en mossen; over de lianen die niet alleen van beneden naar boven maar ook van boven naar beneden groeien; over parasitaire planten die hun gastheer van al het voedsel ontdoen door ze te wurgen, zoals de Ficus, over de allerkleinste orchidee die er bestaat. Heel veel dieren zien we niet, behalve dan een enkel vlindertje dat Giuliano hier nog nooit eerder gezien heeft, dat is natuurlijk wel heel bijzonder, en de nodige insecten. We lopen over een hangbrug heen en weer waar niet meer dan vijf mensen tegelijk op mogen. Best leuk hoor, je loopt over de toppen van de bomen, maar je ziet toch beduidend veel meer als je gewoon op een pad door het bos loopt. Die roze poncho heb ik intussen allang uitgedaan, ik voel me teveel mens om zo lang op één been te staan en bovendien: het is droog!
Als we al een paar uur gelopen hebben komen we een andere gids tegen die Giuliano zegt goed op te letten, er is een klein stukje verderop iets bijzonders te zien. We hopen op een kudde luiaarden maar het pakt anders uit: niet ver van ons vandaan zien we hem dan toch, in vol ornaat: de Quetzal! Het betreft hier de Costaricaanse soort: de Pharomachrus mocinno costaricensis. Giuliano heeft een enorme grote verrekijker mee, op statief, en daardoor is deze kleurrijke vogel helemaal goed te zien. We blijven een hele tijd staan kijken. Af en toe verplaatst hij zich maar hij blijft in de buurt zodat we hem van alle kanten kunnen bekijken. In Afrika ga je voor de Big Five, hier voor de Little Two: de Quetzal en de luiaard.

Ik kan nog wel veel meer vertellen over wat we gezien hebben, maar dan wordt dit een veel te lang verhaal. De foto’s geven een aardig beeld. Voor ons is het in elk geval één van de hoogtepunten van de reis!


 

Deze bloem heeft de toepasselijke naam 'Hot Lips'

Het vlindertje dat zelfs Giuliano nog nooit gezien had






De Quetzal!














Na de excursie zien we direct Mauricio aankomen met Hugo, die was snel in slaap gevallen – zul je altijd zien – en ze hebben nog geprobeerd ons weer op te zoeken. Helaas zijn ze daarbij de verkeerde kant op gelopen, maar ze hebben zich toch vermaakt begrijpen we. Gezamenlijk nemen we nog even een kijkje in de kolibrie-tuin en dan is het hoogste tijd voor de lunch. In het restaurant is binnen alles bezet, buiten is genoeg plaats. En de zon schijnt dus daar maken we dankbaar gebruik van. Omdat ik even geen zin heb in rijst haal ik bij een winkeltje ernaast een versgebakken quiche, die helaas niet opgewarmd kan worden: de elektriciteit is uitgevallen. Tja, kan gebeuren. En koude quiche is óók lekker. Terwijl Mille even op een stenen speelbeest kruipt wijst iemand anders ons op iets dat in de boom er vlakbij zit. Het is een Emerald Toucanet, een kleinere toekansoort. Hij blijft rustig zitten zodat ik een foto kan maken. Costa Rica in optima forma!

                                                     



De Emerald Toucanet
                                               
Na de lunch rijden we terug naar het hotel, alwaar de kleintjes in bed gelegd worden. Wij trekken er samen nog even op uit om het dorpje te verkennen, we hebben het eigenlijk alleen nog maar bij avond een beetje gezien. Het valt tegen. Er zijn wel genoeg tentjes waar je koffie kunt drinken maar verder is het eigenlijk niets. Veel toeristische troep. We hebben het dus gauw gezien en gaan energie verzamelen om de avond-tour aan te kunnen. Die begint om acht uur, en voor die tijd eten we opnieuw bij de Italiaan van gisteren, dat is uitstekend bevallen en ook nu smaken de pizza’s fenomenaal. Om maar niet te spreken van de voortreffelijke wijn…


Om half acht worden we opgehaald door een busje dat ons naar het startpunt van de tocht in het Santa Elena Cloud Forest brengt. Daar is net een groep teruggekomen, en ze vergapen zich aan iets dat in een boom zit. Ze verdringen elkaar om een foto te maken dus het moet wel interessant zijn! Ik ga ook kijken, natuurlijk. En ja hoor, daar is hij dan toch: de luiaard! Het valt nog niet mee hem een beetje goed op de foto te krijgen, maar uiteindelijk lukt het toch om een redelijk plaatje te schieten. Zo, die kunnen we afvinken!
Dan gaan we zelf op pad. We krijgen allemaal een zaklamp mee en Inger en ik doen onze poncho’s vast aan. De roze heb ik thuis gelaten, ik hou het bij een neutrale transparante. Nog een keer als een danseres uit de Moulin Rouge, ik geloof het wel. Onze groep bestaat uit 8 personen en het eerste wat we doen is…naar de luiaard! Nu krijgen we hem veel beter te zien. Wat een bijzondere dieren zijn dat toch, ze sparen gewoon al hun energie zodat ze in een noodgeval de sokken erin kunnen zetten. Hoewel, dat laatste moet ik nog zien hoor, ze bewegen zich zó ongelofelijk traag dat je je niet kunt voorstellen dat ze dat tempo ook maar íets kunnen verhogen. Voor ons heeft het dier een speciale betekenis: Hugo’s geboortekaartje is voorzien van een prachtige tekening van een luiaard. Zijn ouders zagen er een paar jaar geleden een, hangend in een grote bos bamboe en dat is beeld is bij hen ook blijven hangen – hoe toepasselijk. Vandaar mijn opmerking in het begin: Hugo is een luiaard! We hopen maar dat hij zelf níet al te lui van aard is, maar vooralsnog lijkt het daar gelukkig in het geheel niet op. Wel onderzoekt hij alles zeer nauwkeurig, daar zou je enige gelijkenis in kunnen vinden (een luiaard zoekt ook heel precies zijn blaadjes uit) maar vermoedelijk heeft hij deze eigenschap toch meer van zijn vader 😉

Hugo!

Goed, we lopen verder. Door het donkere bos, waar de gids uitstekend de weg weet. Het tempo is hoog maar af en toe blijven we opeens stil staan, dan schijnt de gids met zijn zaklamp naar boven en zien we een slapende kolibri, een slapende toekan en zo nog wat andere vogels. Eerlijk gezegd wist ik niet dat vogels echt slapen, gewoon op een tak. Maar het is echt zo. Ik probeer wat foto’s te maken, maar daar stop ik op een goed moment mee. Liever kijk ik gewoon, het moment is zó voorbij. Na ongeveer vijf kwartier begint het zachtjes te regenen. En even later iets harder. Tot het zó begint te plenzen dat Inger en ik onze poncho’s weer aantrekken. De heren doen niet aan zoiets kinderachtigs, die laten zich gewoon lekker helemaal kletsnat regenen…




Héél goed kijken!
We gaan nog sneller lopen. Heuvel op, heuvel af. Trapjes op, trapjes af. Over een gevallen boomstam heen, onder een struik door. We moeten uitkijken dat we niet uitglijden want alles verandert direct in een glibberige modderpoel. Gelukkig blijven we allemaal overeind en plotsteling stopt de gids weer. In de stromende regen laat hij zich een stukje omlaag zakken, een meisje volgt hem. Bij een boom, een paar meter lager, schijnt hij op de stam. Een slang! En niet zomaar een, een schitterend gifgroen exemplaar. Is ie giftig? Ja dus! Het meisje weet niet hoe gauw ze weer omhoog moet komen, en dat valt nog niet mee in alle nattigheid. Dan vraagt de gids wie er een mobiel bij zich heeft, hij maakt dan even een foto. Dat laat ik me geen twee keer zeggen (tot mijn verbazing ben ik de enige) en ik krijg een paar prachtige foto’s van Kaa de slang op mijn telefoon. Het dier blijkt er al twee weken te zitten! In dezelfde houding, wachtend op …ja, dat weet ik dan weer niet.



Hierna rennen we door het bos naar het beginpunt. Helaas is het te nat om de beroemde groen-rood-blauwe gifkikker op te sporen, de gids heeft het nog wel geprobeerd maar het lukte gewoon niet in deze omstandigheden. Het is trouwens op de meeste afbeeldingen een redelijk fors exemplaar, maar in werkelijkheid is het een piepklein beestje dat je echt moet weten te vinden, anders kijk je er zo overheen.
Zonder kleerscheuren - best een prestatie in deze omstandigheden - bereiken we het verzamelpunt vanwaaruit de shuttle ons weer terug zal brengen. Tot op het bot nat (de mannen) en behoorlijk verkleumd (wij allemaal) komen we aan in het hotel. Een warme douche en dan duiken we in bed. Wat een dag!



donderdag 12 april 2018


Dinsdag 2 januari - dag 16: Tamarindo – Monteverde

Héél vroeg in de ochtend word ik wakker van geschreeuw buiten. Ook hoor ik iemand vlak langs onze kamer lopen, maar omdat ik nog half in coma ben laat ik het maar voor wat het is. Als ik een paar uur later écht wakker ben en naar buiten ga voor de broodnodige koffie (brood heb ik ’s morgens niet zo nodig, koffie des te meer) zie ik Mauricio daar al zitten met Hugo. Altijd vroeg, die jongens. Hij is in gesprek met een dame die heel verliefd kijkt. Niet naar Mauricio maar naar Hugo. Op mijn goedemorgengroet reageert Mauricio een beetje vreemd. Hij vraagt of ik Hugo even mee wilde nemen naar onze kamer, of een stukje met hem gaan wandelen en duwt mij het kereltje zo in de armen. De dame in kwestie doet ook nog een greep naar Hugo maar wordt direct opzij geduwd door Mau. Ik neem Hugo mee – niks koffie - en leg hem maar even bij ons op het bed. Kan hij meteen opa wakker maken. We spelen een tijdje met de kleine man, wat een plezier is dat toch! Dan begint de behoefte aan koffie toch wel erg op te spelen en ik kijk om het hoekje buiten of Mauricio daar nog zit. Ja, deze keer zonder onbekend vrouwelijk gezelschap. Hij wenkt mij, en we spoeden ons zijn kant op. Wat blijkt nu: hij werd belaagd door de vrouw, een Australische die werkelijk stomdronken was! Zij was ook degene die met haar vriend eerder die nacht door de patio achter elkaar aan renden, al schreeuwend tegen hem. Dat verklaart veel, alles eigenlijk, en terwijl ik Hugo weer aan zijn papa overdraag komt Joyce al de bestelling opnemen. Koffie ja, en rap een beetje! ;)


Vandaag vertrekken we naar Monte Verde, naar het cloud forest. Het is een aardig eindje rijden en we willen dus graag een tussenstop maken waar we ook meteen iets kunnen eten. Helaas blijkt dat laatste niet zo makkelijk te vinden en dus besluiten we tot een picknick-uit-de-koelbox-langs-de-kant-van-de-weg. We stoppen op een plek aan een rivier, waar nog een paar andere mensen op dezelfde gedachte zijn gekomen. Duidelijk locals, veel toeristen zien we hier niet. Ze hebben veel plezier in het water; wij houden het bij drinkwater uit een fles en worden alleen van binnen nat ;) De grote plastic teil waarin normaal gesproken de kleintjes in bad gaan doet op zijn kop dienst als tafel. Gaat ook prima natuurlijk. Onderweg hebben we brood gekocht en verder eten we alle restjes op.


Na de lunch maken we een mooie tocht door de bergen. Na een paar uur komen we aan in de omgeving van Monte Verde. Tja, je kunt het wel uittekenen natuurlijk, het regent! Het is niet voor niets zo groen (verde = groen). We zoeken het hotel op en stappen uit de auto. Meteen krijgen we een klap in ons gezicht: van 30 naar 14 graden, het is gewoon f*cking koud! Bij de receptie ontvangen ze ons uiterst hartelijk. We krijgen drie kamers naast elkaar. De kamers zijn ruim en schoon. Maar vooral: ook koud! Aan verwarming doen ze hier namelijk niet. Ach, niet zeuren, we hebben al zoveel prachtige dagen achter de rug en we zitten hier nu eenmaal in het regenwoud.



Als we ons geïnstalleerd hebben gaan we eerst naar de eetzaal waar ze koffie voor ons hebben om warm te worden en daarna boeken we bij de aardige jongens van de receptie twee excursies. Morgen gaan we een tour maken door het cloud forest onder begeleiding van een gids, Giuliano geheten, en daarna maken Inger, Daan, Bert en ikzelf dan nog een nachtelijke tour van twee uur terwijl Jette en Mauricio passen op Mille, zij hebben die tour al eens gedaan.

Langzamerhand is het tijd om te eten. Jette en Mauricio rijden voor ons uit naar een Italiaans restaurant waar ze al eerder waren en waar behalve het eten ook de wijn van uitstekende kwaliteit is. Dat willen we niet missen natuurlijk. We rijden dwars door het dorp, het doet een beetje Oostenrijks aan en geeft ons opeens toch nog een soort van wintersportgevoel. Het eten is inderdaad fantastisch en de wijn….doe daar maar een vat van! Zelden zo’n lekkere wijn geproefd. Mille vermaakt zichzelf en ook veel andere gasten door het hele restaurant door te rennen, ze giert het uit van het lachen als Daan erachteraan komt. Aldus opgepept rijden we terug naar het hotel waar het helaas nog steeds koud is. En dan komt opeens die thermokleding, waarvan ik me de hele tijd had afgevraagd waarom ik dat in ’s hemelsnaam had meegenomen,  ontzettend goed van pas! Dik ingepakt en met een extra deken van een ander bed worden we langzaamaan weer warm. Op naar morgen!


maandag 2 april 2018

Maandag 1 januari 2018 - dag 15: Tamarindo



Oudjaar is vrijwel geheel langs ons heen gegaan. Het voelt zó als een zomervakantie dat die hele jaarwisseling voor ons een ver-van-mijn-bedshow is. Hoewel, midden in de nacht werd het opeens een dichtbij-mijn-bedshow: we werden allemaal wakker van heel hard geknal, zo erg zelfs dat we dachten dat Trump nu toch echt op de verkeerde knop had gedrukt… Gelukkig was dat niet zo, al waren het vermoedelijk wel voornamelijk Amerikaanse toeristen die massaal en in grote hoeveelheden knalvuurwerk hadden ingekocht. Om een uur of vier werd het stil en konden we weer verder slapen.

De wekker gaat al vroeg, we krijgen om half zeven een aangepast klein ontbijt zodat we op tijd klaar staan voor het busje dat ons om 7 uur zal oppikken. In Costa Rica is nooit iemand op tijd, maar in dit geval werkt dat de andere kant op: de gids is er een kwartier te vroeg! Ach, maakt niet uit. Koffie is inmiddels al achter de kiezen, evenals een empanada met kaas. Het fruit dat voor ons klaarligt krijgen we mee in een doos. We graaien onze spullen bij elkaar en duiken het busje in dat ons naar Palo Verde zal brengen. Mauricio blijft achter met Hugo, die probeert nog een uurtje slaap te pakken voor hij naar Brasilito rijdt.

Ik heb me ingesteld op weer een dollemansrit maar het tegendeel is waar. Deze chauffeur rijdt gewoon rustig, en dat is wel zo fijn. Na ongeveer anderhalf uur rijden stoppen we, de gids zegt ons uit te stappen. We lopen een stukje terug de weg op en dan zien we een grote kolonie apen boven ons, de brul-variant. Het blijft altijd weer leuk die beesten te zien slingeren. Opeens gebeurt er iets wat vooral op Mille grote indruk maakt. Bert kijkt naar boven en wil een foto maken, en dan opeens…poept er een aap op zijn schouder! We moeten allemaal verschrikkelijk lachen natuurlijk. Maar voor Mille is het dé gebeurtenis van de vakantie. Eenmaal terug in Nederland weet de hele kinderopvang in no time van het gebeuren. Opa, aap, poep, hier (wijst schouder aan), BAH! Vooral dat laatste komt er dan hartgrondig uit…


Of dit de 'poep-aap' is weten
we natuurlijk niet zeker....
Na dit vermakelijke voorval karren we nog een uurtje verder tot we bij de mangrove rivier komen. Er is een klein maar keurig wc-gebouwtje waar we allemaal maar even gebruik van maken. Er staat iemand klaar om water over onze handen te gieten, uit een grote jerrycan. Aan alles is gedacht! We stappen in een toerbootje, normaal gesproken zitten daar vast wat meer mensen in maar nu zijn wij de enigen. Het is tenslotte 1 januari en de goegemeente zal nog wel op apegapen liggen dan wel de roes uitslapen. We vertrekken en zien al snel de eerste bijzondere vogels in en bij het water. De kapitein – nou ja, beetje groot woord in dit geval – weet precies waar welk dier zich ophoudt. Hij vaart opeens heel dicht naar de oever en daar zien we een babykrokodil, een paar weken oud! Dat beestje ziet er heel onschuldig uit nog, 30 cm lang, je zou hem zo meenemen in je rugzak. Maar een paar honderd meter verderop zien we de volwassen soortgenoten en dat liegt er bepaald niet om; die wil je toch liever uit je buurt houden. Zo varen we door, we zien tal van enorme leguanen, krokodillen die aan het zonnen zijn en zich dan in het water laten glijden praktisch onzichtbaar zijn ze dan, vele soorten vogels, en ook iets wat we eerst voor een soort korstmos houden op een boomstam maar wat bij nadere bestudering kleine vleermuisjes blijken te zijn, heel bijzonder. Als we bijna aan het einde van de tocht zijn begint de kapitein ineens te roepen, hele hoge geluiden maakt hij. We varen heel dicht langs de oever nu maar hebben geen idee waarom. Na een kwartiertje wordt de boot stilgelegd en dan zien we het: een grote kolonie capucijnerapen! Ze zijn niet schuw en het scheelt een haartje of er springt er een op de boot. Wat een prachtig gezicht is het toch. Ook al zie ik ze nog zo vaak, ik kan er geen genoeg van krijgen.




Handen wassen a.u.b.!










Een jonkie, 30 cm groot en een paar weken oud


Hij ziet er toch al heel vervaarlijk uit!

En hier dan de volwassen soortgenoot...
we blijven maar liever in de boot zitten!





Nee, geen zwammen, vleermuisjes!

















Indringers! Ga weg!
Onder de indruk van al het moois varen we terug naar het beginpunt. Het is de bedoeling dat we nu ergens gaan lunchen samen en we stappen dus weer in de bus. Waar de organisatie kennelijk geen rekening mee gehouden had: het is nieuwjaarsdag. Tja, dat komt tenslotte maar één keer per jaar voor. Geen wonder dus dat je dat als touroperator over het hoofd ziet ;) Bijna alles is gesloten. Uiteindelijk belanden we in een tentje aan de weg, waar we heel redelijk eten. Als laatste staat er nog een bezoek aan een pottenbakkerij op het programma. Dat zijn van die Tupperware-style-party’s waar ze je boos aankijken als je niets koopt, dat koppelen ze vaak aan zo’n excursie. Niet tot onze spijt gaat ook dat niet door wegens nieuwjaar –hebben wij even geluk!




Als we weer bij het hotel afgezet zijn is het twee uur. Tijd genoeg dus om naar Brasilito te gaan, het strand en de familie op te zoeken. De volgorde is omgekeerd: we rijden eerst naar de familie. Daar waan je je terug in de tijd, in de middeleeuwen. Deze mensen wonen in kleine bouwwerkjes, eigenlijk meer hutjes. De douche is een hokje buiten en bestaat uit vier wandjes waar zowel de douchekop als je hoofd bovenuit steekt. Het is een samenraapsel van tafels en stoelen maar ook van mensen en het is voor ons niet duidelijk wie er nou echt tot de familie hoort en wie er op een andere manier een plekje heeft gekregen. Want iedereen is welkom, zoveel is duidelijk. Een man is bezig een stoel te repareren, hij heeft een oude plastic zak van veevoer die hij aan een frame vastmaakt. Later horen we dat hij blind is.
Mille loopt achter de kippen aan die op het erf rondscharrelen en dat doet ons sterk denken aan Jette die op die leeftijd hetzelfde deed, maar dan op het erf van de boerenfamilie in de Bourgogne waar we tientallen jaren gekampeerd hebben.





Na dit bezoek gaan we op zoek naar een geschikt stukje strand. Uiteindelijk vinden we een plek waar we de auto’s gewoon op het strand zelf kunnen parkeren en waar we onder de bomen aan de rand in de schaduw kunnen zitten. Inger vindt het zand maar vies, helemaal zwart! Mauricio legt dan uit dat het vulkanisch zand is, en ja, dat is nu eenmaal zwart. We installeren ons en vermaken ons een paar uurtjes met rennen over het strand (Mille), een partijtje voetbal (Mauricio), zwemmen in de zee (Inger en Daan). Ik loop met Jette en Hugo een eindje langs het water en dan horen we een enthousiaste kreet: daar is Dahyana met dochter Tamara! Meteen wordt Hugo door de laatste geconfisceerd. Ik stel Tamara voor Hugo een tijdje te huren en dat lijkt haar wel wat.










Op de terugweg splitsten we ons. Ik ga met Bert, Jette, Mauricio en Hugo nogmaals bij de familie van vanmiddag langs om daar een hapje te eten, Daan en Inger rijden met Mille terug naar Tamarindo om daar ook nog even aan zee te gaan zitten. Dat is tegenover het hotel, makkelijk dus. 

Terug bij de familie valt me iets op. We kunnen ons dan wel terug in de tijd wanen, iedereen heeft hier een eigen smartphone die de eerder ongetwijfeld aanwezige televisie vervangt. Men kijkt gewoon op z’n eigen schermpje naar de favoriete serie!
De stoel die gerepareerd is met de plastic zak is inmiddels klaar. Speciaal voor ons wordt een tafel gedekt en er komen schalen vol met eten op tafel. Volgens mij zit er een heel schaap in in de stoofpot. We laten het ons goed smaken. Mauricio haalt zijn moeder intussen op, die is onderweg ergens blijven steken. Zodra zij er zijn gaat Hugo nog een laatste keer de kring rond en nemen we afscheid, het is al laat.
Op de terugweg wil ik nog even ergens pinnen. Bij een grote supermarkt staat binnen een geldautomaat, vlak naast de ingang. Terwijl ik mijn pinpas in het apparaat steek gaan opeens de rolluiken dicht. Veiligheid! Niemand mag er meer in of uit terwijl ik de geldbiljetten uit de automaat pak. Wat een service! We doen meteen wat boodschappen, onder andere een nieuwe fles Flor de Caña, de spotgoedkope rum van suikerriet uit Nicaragua. Meteen maar een literfles. Bij de uitgang zijn inmiddels de rolluiken weer omhoog, zo hoort het! In de auto vertel ik het verhaal aan Jette en Mauricio, die hartelijk moeten lachen. Wat blijkt, het was gewoon sluitingstijd! We waren precies tien seconden daarvoor binnen en direct na ons werden de rolluiken neergelaten…

’s Avonds nestelen we ons weer gezamenlijk aan de rand van het zwembad. Als wij de rum tevoorschijn toveren om in de cola te gooien doet Daan ook een greep in de tas. Zij hebben óók een literfles gekocht! Misverstandje. Maar het komt heus wel op, daar zijn we helemaal niet bang voor ;)