- Er zit nogal wat tijd tussen de blogs soms. Dat heeft ermee te maken dat we tussendoor nog weggeweest zijn, en dat ik het ook soms gewoon te druk heb met andere zaken. Maar uiteindelijk komt de hele reis erop te staan! Geduld...
- De foto's zijn niet allemaal scherp. Geen idee hoe dat komt maar voor een beeld heb ik ze er toch maar bij gezet.
Voor tanken moet je hier wel wat tijd uittrekken. Eerst komt
er iemand vragen wat de bedoeling is. Welke brandstof? Hoeveel? Dat is slechts
het begin van de hele onderneming. Terwijl de benzine in de tank stroomt worden
dan de ramen schoongemaakt. Niet één keer, nee, twéé keer. Daarna de koplampen.
De achterruit. De zijruiten. O ja, de wielen moeten ook even schoon natuurlijk.
Tussendoor worden nog wat andere klanten geholpen. Het tempo ligt hierbij niet
bepaald hoog, maar ach, een kniesoor die daar op let. Zolang je maar geen haast
hebt is er niets aan de hand en in Costa Rica heeft niemand haast. Als je
betaalt houden ze uit zichzelf wat wisselgeld achter. Een kleine fooi hoort er
natuurlijk wel bij! En zo rijden we een half uurtje later weer schoon en
bijgevuld weg. Pura Vida!
Vandaag vertrekken we uit ons kakkerlakkenpaleis naar
Tamarindo, dat ligt op een paar uur rijden in noordwestelijke richting. Jette
en Mauricio hebben al vroeg uitgecheckt, zij zijn eerst gaan ontbijten bij een
klein tentje om de hoek omdat het ontbijt in het hotel toch wel erg magertjes
is. Wij gaan dat later ook doen, maar komen een beetje trager op gang.
Bovendien gaan zij eerst nog naar het strand van El Carillo, daar is het ’s
morgens heerlijk rustig.
Het ontbijt in La Soda is inderdaad verrukkelijk, met veel
vers fruit en uitstekende scrambled eggs. Inger doet zich met zichtbaar plezier
tegoed aan de Gallo Pinto, heel grappig om iemand die bonen vreselijk vies vond
zo daarvan te zien smullen. Zo zie je maar.
Na het ontbijt rijden
we richting strand, waar ik uitstap om later met Jette en Mauricio verder te
rijden. Voor de wat langere afstanden is drie volwassenen en één kind in een
auto toch het prettigst. De anderen stoppen in Sámara eerst bij een apotheek om
iets van een zalfje voor Mille te halen, die heeft een insectenbeet ter grootte
van een tennisbal op haar been, daarna gaan ze door naar ons nieuwe onderkomen.
Ik geniet intussen aan het strand van de zon, de rust en niet te vergeten Hugo
die heerlijk afgeschermd onder een constructie van lappen, vastgemaakt aan stoelen, op een kleedje ligt te slapen.
Rond het middaguur vertrekken ook wij naar Tamarindo. In
Nicoya maken we een korte tussenstop want Jette en Mauricio willen daar een
rijstkoker én een waterkoker op de kop tikken, zodat ze het eten voor Hugo
makkelijker zelf kunnen maken. Nu zijn ze afhankelijk van kant-en-klare potjes
babyvoeding en dat vindt Hugo niet zo lekker. Geef hem eens ongelijk, het smaakt allemaal hetzelfde. En opeens
bedacht Jette dat je in een rijstkoker natuurlijk ook gewoon groente kunt koken
– probleem opgelost! Als we op een uurtje rijden van Tamarindo zijn buigen we
opeens af: de moeder van Mauricio belde dat ze daar in de buurt is, bij familie,
en die gaan we dus nog even opzoeken. Het wordt een bijzonder bezoek. In het dorp Rio Cañas rijden we een erf op van een klein
boerenbedoeninkje. Daar worden we heel hartelijk ontvangen door Doña Blanca, haar dochter Dahyana, kleindochter Tamara en een allervertederendste kleinzoon van een jaar of negen waarvan ik de naam vergeten ben. Meteen wordt de koffiepot op tafel gezet met een grote schaal
koekjes erbij. In stenen ovens branden houtvuren waarop enorme pannen
staan. Het pruttelt lekker. Natuurlijk moeten we zien wat er in zit: boordevol
tamales, voor nieuwjaarsdag! Wij vinden het bijzonder, die grote pannen, maar hier koken ze
gewoon elke dag zo. Altijd buiten en altijd op houtvuur. Je zult hier niet van
de honger omkomen….Dan maken we kennis met een ander gezinslid: Lorre, de
papegaai. Dahyana begint een liedje te zingen en je gelooft het niet: Lorre zingt het na! Een
zingende papegaai, dat hebben we nog nooit gehoord. Het trucje wordt een paar
keer herhaald om ons ervan te overtuigen dat het echt, écht waar is! Waarvan
acte. Tamara heeft zich intussen over Hugo ontfermd en doet dat met zoveel
liefde dat we niet zeker weten of we hem nog wel mee krijgen straks. Wat ook
opvalt is het benoemen van iemands huidskleur. Dat is in Nederland erg beladen geworden.
Hier is het totaal geen probleem, we horen het regelmatig. De bewoordingen
waarin ze dat doen: café, café con leche, leche. Oftewel de kleur van koffie,
koffie met melk, of alleen melk. Tamara en Hugo worden omschreven als café con
leche, waar iedereen hartelijk om moet lachen. Ze dachten namelijk altijd dat
Tamara’s huid de kleur van melk had, maar nu ze Hugo hebben gezien wordt dat
beeld geheel onderuit gehaald. Overigens blijkt het niet om echte familieleden
te gaan maar zijn het hele goede vrienden van Mauricio en zijn moeder. Dahyana heeft bij zijn moeder
in huis gewoond toen ze studeerde (ze is econoom en geeft les aan de
universiteit in Cartago). Zo is zij – zoals dat hier veel vaker gaat - toch tot
de familie gaan horen. Een ontzettend leuke en open vrouw waar ik me direct bij
thuis voel.
Opeens verschijnt er nog een ‘familielid’ ten tonele, een jongen van
een jaar of 18. Als we met hem in gesprek gaan horen we dat hij helemaal niet
uit Costa Rica komt, maar uit de buurt van Napels, in Italië. Hij doet mee aan
een uitwisselingsprogramma van AFS en gaat een half jaar hier naar school. Dat
is wel heel bizar: Jette’s allereerste kennismaking met Costa Rica was….met
AFS! Ook zij was hier met een uitwisseling vanuit deze organisatie. Hoe klein
kan de wereld zijn!
Doña Blanca zorgt voor koffie |
Lorre, de zingende papegaa |
De foto is niet goed qua belichting maar maakt de café con leche wel duidelijk Rechts op de foto Tamara, achter Hugo verscholen Dahyana, met hoed Mauricio's moeder |
Na dit tussendoortje zetten we koers richting Tamarindo,
waar we in El Mono Loco kamers gereserveerd hebben. Het is altijd afwachten,
dat is bij ons vorige hotel wel weer gebleken, maar van Inger krijgen we een
enthousiast appje met een fotootje van Daan en Mille in het zwembad dus het
lijkt wel goed. Zij zijn er een uur geleden al aangekomen. Als we Tamarindo
binnenrijden lopen we vast. Het zit hier bomvol Amerikanen die oud en nieuw
komen vieren en zo te zien doen ze dat het liefst in hun auto… Gelukkig hoeven
we niet heel ver het plaatsje in en na een half uurtje file rijden we de
parkeerplaats op. Zodra we de poort door zijn vallen onze monden open. Het is
prachtig hier! Een oase van rust, heel smaakvol ingericht met allemaal zitjes
rond het zwembadje en als klap op de vuurpijl (het is bijna oud-en-nieuw
tenslotte) zit er een knaloranje leguaan op het pad, van ongeveer 1.20 meter
lang! Werkelijk een plaatje. De eigenaresse legt ons de spelregels uit van het
verblijf en dan mogen we de kamer in. Die is meer dan dik in orde en
superschoon, alles is tot in de puntjes verzorgd. Er is een hele grote koelkast
voor algemeen gebruik, ook reuze handig. We pakken alles uit de koelbox over en
zijn straks verzekerd van ons eigen koude bier. Mille is heerlijk in het water
aan het spelen en wij ploffen neer in de stoelen aan de rand van het bad. Wat
een plek!
De ingang van het hotel vanaf de overkant. Je ziet het er niet aan af, maar het is een oase! |
’s Avonds gaan we op aanraden van Joyce, de eigenaresse,
eten bij een pizzeria. Alles is op loopafstand hier, zowel het strand als het
dorp. Mille gaat mee in de buggy en Hugo in de draagzak. We eten overheerlijke
pizza’s en sluiten de dag af met een drankje bij het zwembad. Dit is geweldig!