In de kamer naast ons van de twee-onder-een-kap bungalow
huist de eigenaresse van het hotel. Dat is een verschijning op zich: ze kon zo een weggelopen hoerenmadam zijn uit een Parijs bordeel in de jaren twintig. Haar wimpers zijn zo te zien aangezet met dikke
zwarte klei en hebben het formaat van een bladhark. Op haar gezicht zit minstens
een halve centimeter plamuur, haar helblauw geverfde oogleden doen denken aan
een verleden als smurfenkoningin. Maar het opvallendste zijn haar schoenen: die
hebben plateauzolen van 20 cm hoog! Als zij zich wil verplaatsen moet ze dat
dan ook met de grootste voorzichtigheid doen, schuifelend alsof ze een Chinese
is met ingebonden voetjes. Centimeter voor centimeter begeeft ze zich naar haar
einddoel, de balie, waarbij ze af en toe vervaarlijk overhelt naar één kant en
haast haar evenwicht verliest. Wonderlijk om te zien en totaal niet passend bij
de sfeer van het hotel.
We beginnen de dag lui en langzaam. Een voor een druppelt er
iemand de ontbijtruimte in, dat doen we net zoals het uitkomt. Het ontbijt, dat
bij de prijs inzit, is erg minimaal en simpel. Zo is er hier geen vers geperst
sap maar gewoon een plastic kan gevuld met de inhoud van een pak
sinaasappelsap. We raken verwend, dat blijkt!
Na het ontbijt gaan we bij het zwembad kijken. Inger, Daan
en Mille zitten al in het water maar in tegenstelling tot de vorige keer, in
Puntarenas, vindt Mille het hier niet zo leuk. De zwembandjes om haar armpjes
zijn eigenlijk net iets te groot en dat zit niet lekker. Zij vertrekken dus na
een tijdje weer naar de kamer, waar de kleine meid een beetje rond kan sjouwen.
Wij blijven lekker zitten lezen, er zijn een stuk of vier prieeltjes langs de
rand met tafeltjes en stoelen erin zodat we overal schaduw hebben. Op een goed moment komt er een jongen van het
hotel aan met een mandje waarin allemaal gekleurde kralenarmbandjes zitten, we
mogen uitkiezen! Een cadeautje van het hotel. Dat is toch weer een leuk gebaar.
![]() |
Het is niet zo duidelijk te zien, maar deze vlinder is werkelijk enorm! Zeker 25 cm breed |
![]() |
Als je maar lang genoeg in de hangmat blijft liggen... |
Als het vier uur wordt hou ik mijn telefoon in de gaten. We
zouden immers gebeld worden door het reisbureau, over de schildpaddenexcursie.
Maar wat er ook gebeurt, de telefoon blijft stil. Om vijf uur, als ik nog niets
gehoord heb, loop ik er maar even heen. ‘Excursie? Vanavond? Zouden we bellen?
O, maar het gaat door hoor! Om 19.00 vertrekken we. Als jullie hier om kwart
voor zeven zijn is het goed.' Costa Rica op zijn best… Ik ben even van mijn
stuk gebracht, we zouden om 20.00 gehaald worden bij het hotel en nu laat het ons wel erg weinig tijd! Ik
loop terug om te overleggen en we bedenken dat het veel handiger is om vanuit
hier te vertrekken, dan eten wij samen een hapje bij de strandtent. De jongelui kunnen dan met twee auto’s terug naar het hotel, wij laten ons
daar vanavond laat door het busje afzetten. Inmiddels zijn de snorkelaars ook weer terug. Hoewel ze
het beslist leuk vonden en de kanotocht erheen op zichzelf al de moeite waard
was vond Inger het in Belize toch vele malen mooier, onder andere doordat het koraal daar
zulke mooie kleuren had. Dat was hier niet het geval. Maar Daan had wel een spectaculaire
ontmoeting met een reuzegrote vis, een wonder dat zijn neus er nog aanzit.
Om kwart voor zeven, na een groot bord arroz con camerones,
melden we ons voor de excursie. Om kwart over zeven – je hoeft je hier echt
nooit te haasten om op tijd te zijn – worden we opgepikt door het busje. Er
zitten al vijf andere mensen in en Bert moet zich dubbelvouwen om een plekje
achterin te vinden. Dan is het wel een voordeel als je wat kleiner ben, ik kan
er moeiteloos naast. We zitten nog maar net of de chauffeur zet de sokken erin.
Plankgas richting Ostional Beach. Nu had ik al herhaaldelijk iets geschreven
over de conditie van de wegen, en hoe voorzichtig je daar overheen moet rijden.
Deze meneer trok zich daar allemaal niets van aan. Met ware doodsverachting stort
hij zich in het verkeer, daarbij links en rechts inhalend en alle kuilen
negerend. Het is ongeveer 42 km rijden en daar doe je normaal gesproken minstens
anderhalf uur over maar zo niet met deze chauffeur aan het stuur. Die brengt
ons in een klein uur ter plekke. Tegen die tijd hebben we kramp in onze armen
van het vasthouden, ik voel aan mijn hoofd of het nog wel op zijn plek zit en
niet achterstevoren. Wat een dollemansrit!
We moeten even wachten in een klein zaaltje en dan krijgen
we uitleg over de gang van zaken. Je mag beslist niet zelf het strand op, er
gaat altijd een gids mee. De groepen mogen niet groter zijn dan negen personen
en je mag ook geen zaklamp gebruiken. Met een papieren bandje om onze arm lopen
we naar het afgesloten gedeelte van het strand terwijl onze gids ons bijlicht.
Verdere instructie: nooit de schildpadden van voren benaderen, bij elkaar
blijven en zo min mogelijk praten. Dus lopen we in ganzenpas achter de gids
aan, intussen al speurend naar mogelijke dieren. Die zien we niet, wel liggen
er enkele grote stenen in het zand. Opeens zien we die enigszins bewegen, en
bij nadere inspectie blijken dat dus wel degelijk schildpadden te zijn! We
lopen een flink stuk door. Het is nog steeds warm ook al is het inmiddels half
negen. Bij één van de prehistorisch uitziende dieren blijven we staan. Deze
schildpadmoeder-in-spé is een kuil aan het graven met haar achterpoten, het
zand gooit ze gewoon opzij. De gids schijnt bij met een infraroodlamp en maant
ons vooral niet te flitsen; dat zou de schildpad kunnen verstoren bij het
proces van eieren leggen. Ze raken in een soort trance en daar moet je ze
vooral niet uithalen.
Na een paar minuten is de kuil kennelijk diep genoeg en maakt de moeder zich op om de eieren erin te laten vallen. De gids maakt met haar handen de kuil aan de achterkant open zodat we goed kunnen zien wat er gebeurt en nu zien we ook pas hoe diep die kuil eigenlijk is. De schildpad laat zich een beetje zakken en dan….floepen er opeens achter elkaar een paar eieren uit, zo groot als een pingpongballetje. Eerst twee, dan drie, dan weer twee, vier en zo gaat het maar door. In totaal legt ze ongeveer 80 eieren. Voorzichtig proberen we wat foto’s te maken, dat valt niet mee. Vooral het moment van het vallen van de eieren is moeilijk te vangen. Ik stel mijn toestel daarom in op de motordrive in de hoop er zo toch een opname van te kunnen maken. Opeens is er een flits. Welke idioot doet dat nu? De gids kijkt heel verstoord en ook ik draai mijn hoofd te zien wie dat was. Om te zien dat iedereen mijn kant op kijkt…ik wist niet dat je de flitsfunctie automatisch weer actief maakte bij gebruik van de motordrive! Gelukkig zie je in het donker niet het schaamrood op mijn kaken...De schildpad laat zich echter niet van haar stuk brengen en gaat gewoon door met haar werkzaamheden. En ik heb nu wél een mooie foto!
Na een paar minuten is de kuil kennelijk diep genoeg en maakt de moeder zich op om de eieren erin te laten vallen. De gids maakt met haar handen de kuil aan de achterkant open zodat we goed kunnen zien wat er gebeurt en nu zien we ook pas hoe diep die kuil eigenlijk is. De schildpad laat zich een beetje zakken en dan….floepen er opeens achter elkaar een paar eieren uit, zo groot als een pingpongballetje. Eerst twee, dan drie, dan weer twee, vier en zo gaat het maar door. In totaal legt ze ongeveer 80 eieren. Voorzichtig proberen we wat foto’s te maken, dat valt niet mee. Vooral het moment van het vallen van de eieren is moeilijk te vangen. Ik stel mijn toestel daarom in op de motordrive in de hoop er zo toch een opname van te kunnen maken. Opeens is er een flits. Welke idioot doet dat nu? De gids kijkt heel verstoord en ook ik draai mijn hoofd te zien wie dat was. Om te zien dat iedereen mijn kant op kijkt…ik wist niet dat je de flitsfunctie automatisch weer actief maakte bij gebruik van de motordrive! Gelukkig zie je in het donker niet het schaamrood op mijn kaken...De schildpad laat zich echter niet van haar stuk brengen en gaat gewoon door met haar werkzaamheden. En ik heb nu wél een mooie foto!
Onze gids vertelt dat er van de duizend gelegde eieren er
maar één schildpadje het overleeft. Op de terugweg zien we overal vogels op de loer
liggen, maar ook andere dieren gaan straks op zoek naar zo’n lekker hapje. Ze graven gewoon de eieren op, het strand ligt vol met kapotte eierschalen. En als zo’n klein diertje toch
uit het ei gekomen is wachten er nog tal van andere gevaren voor het veilig in
zee beland is. We zien nu echt overal schildpadden, ze laten een soort
tractorspoor achter op het strand. Onvoorstelbaar. Ik denk dat het maar goed is
dat niet al die eieren uitkomen, de natuurlijke selectie doet gewoon haar werk hier.
Terug in het dorpje krijgen we nog iets te drinken en te
eten en dan maken we ons op voor de rit naar huis. Om een uur of twaalf lopen
we onze hotelkamer binnen: rit overleefd! Daarbinnen wacht ons nog een extra
verrassing: een paar kleine oogjes kijken ons stralend aan. En nog een paar, en
nog wat….kakkerlakken! All over the place! Geen kleintjes ook, zeker drie à
vier centimeter. Gadverdamme! Bert trapt er een paar dood met zijn schoen, je
hoort het kraken. We gaan uiteindelijk wel slapen maar niet echt rustig. Als ik
er ’s nachts even uit moet zitten ze gezellig in de badkamer. Ik kan er niets
aan doen maar ik vind het ontzettend smerig. Geef mij dan maar schildpadden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten