zondag 22 april 2018


Woensdag 3 januari – dag 17: Monteverde

Hugo is een luiaard. Dat jullie het maar even weten. Ik kom er nog op terug!

Vandaag trekken we allemaal warme kleren aan. Het is namelijk nog steeds koud. En dat niet alleen, het regent ook een beetje. Maar ach, als je in een regenwoud bent is dat niet zo gek en we zijn goed voorbereid: iedereen heeft een poncho bij zich, zelfs voor Mille is er een mini-exemplaar mee. Alleen Jette en Mauricio gaan in het dorp nog even op zoek naar een regenjas waar ze ook Hugo goed onder kunnen verstoppen als hij in de draagzak zit. Bovendien heeft hij een nieuwe muts nodig, het is nu beslist te koud voor hem zonder en zijn oude is te klein. Ze gaan daarna meteen door naar de ingang van het park om vast kaartjes te kopen voor ons allemaal.

De parkeerplaats van het Reserva Biológica Bosque Nuboso ligt een eindje van de ingang af. We worden naar een vrije plek gedirigeerd en horen dat een shuttle-busje ons het laatste stuk naar boven zal brengen. Op de parkeerplaats staat een houten gebouwtje waarin een winkeltje met aardewerk zit waar we heel even rondkijken maar graaien dan onze spullen snel bij elkaar om in de shuttle te stappen. De eigenaar ziet onze interesse en vraagt of hij ons iets mag vertellen, hij heeft maar een paar minuten van onze tijd nodig, maar dat houden we af. We willen graag op tijd bij onze afspraak zijn. De kaartjes zijn inmiddels gekocht, en we hijsen ons allemaal in een poncho/regenjas. Mijn exemplaar is knalroze, zodat ik eruit zie als een lichtgevende flamingo. Iets voor tienen ontmoeten we onze gids, Giuliano. Een Amerikaan van Italiaanse afkomst, die zijn praktijk als jurist eraan gegeven heeft om zich in Costa Rica bezig te gaan houden met de bescherming van dit unieke stukje natuur en we gaan met hem op pad voor een tocht die ongeveer drie uur zal gaan duren. Giuliano blijkt een geboren verteller en we hangen dan ook aan zijn lippen terwijl hij om de paar meter stilstaat om iets te laten zien. Als je géén gids hebt loop je er zo aan voorbij en denk je waarschijnlijk alleen maar ‘leuk, een bos’, maar wij zien echt een enorme verscheidenheid aan planten en bloemen. Hugo is helaas nogal jengelig, hij wil niet echt in slaap vallen wat we natuurlijk wel gehoopt hadden. Na een half uurtje heeft Mauricio het wel gezien en gaat hij met Hugo terug om ons niet op te houden. Begrijpelijk maar wel erg jammer. Wij gaan zonder hen door en krijgen het ene college na het andere. Over epifyten, planten die op andere planten, bladeren of boomschors groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken zoals bijvoorbeeld de bromelia die hier werkelijk in overvloed te zien is maar ook orchideeën, aronskelken, varens en mossen; over de lianen die niet alleen van beneden naar boven maar ook van boven naar beneden groeien; over parasitaire planten die hun gastheer van al het voedsel ontdoen door ze te wurgen, zoals de Ficus, over de allerkleinste orchidee die er bestaat. Heel veel dieren zien we niet, behalve dan een enkel vlindertje dat Giuliano hier nog nooit eerder gezien heeft, dat is natuurlijk wel heel bijzonder, en de nodige insecten. We lopen over een hangbrug heen en weer waar niet meer dan vijf mensen tegelijk op mogen. Best leuk hoor, je loopt over de toppen van de bomen, maar je ziet toch beduidend veel meer als je gewoon op een pad door het bos loopt. Die roze poncho heb ik intussen allang uitgedaan, ik voel me teveel mens om zo lang op één been te staan en bovendien: het is droog!
Als we al een paar uur gelopen hebben komen we een andere gids tegen die Giuliano zegt goed op te letten, er is een klein stukje verderop iets bijzonders te zien. We hopen op een kudde luiaarden maar het pakt anders uit: niet ver van ons vandaan zien we hem dan toch, in vol ornaat: de Quetzal! Het betreft hier de Costaricaanse soort: de Pharomachrus mocinno costaricensis. Giuliano heeft een enorme grote verrekijker mee, op statief, en daardoor is deze kleurrijke vogel helemaal goed te zien. We blijven een hele tijd staan kijken. Af en toe verplaatst hij zich maar hij blijft in de buurt zodat we hem van alle kanten kunnen bekijken. In Afrika ga je voor de Big Five, hier voor de Little Two: de Quetzal en de luiaard.

Ik kan nog wel veel meer vertellen over wat we gezien hebben, maar dan wordt dit een veel te lang verhaal. De foto’s geven een aardig beeld. Voor ons is het in elk geval één van de hoogtepunten van de reis!


 

Deze bloem heeft de toepasselijke naam 'Hot Lips'

Het vlindertje dat zelfs Giuliano nog nooit gezien had






De Quetzal!














Na de excursie zien we direct Mauricio aankomen met Hugo, die was snel in slaap gevallen – zul je altijd zien – en ze hebben nog geprobeerd ons weer op te zoeken. Helaas zijn ze daarbij de verkeerde kant op gelopen, maar ze hebben zich toch vermaakt begrijpen we. Gezamenlijk nemen we nog even een kijkje in de kolibrie-tuin en dan is het hoogste tijd voor de lunch. In het restaurant is binnen alles bezet, buiten is genoeg plaats. En de zon schijnt dus daar maken we dankbaar gebruik van. Omdat ik even geen zin heb in rijst haal ik bij een winkeltje ernaast een versgebakken quiche, die helaas niet opgewarmd kan worden: de elektriciteit is uitgevallen. Tja, kan gebeuren. En koude quiche is óók lekker. Terwijl Mille even op een stenen speelbeest kruipt wijst iemand anders ons op iets dat in de boom er vlakbij zit. Het is een Emerald Toucanet, een kleinere toekansoort. Hij blijft rustig zitten zodat ik een foto kan maken. Costa Rica in optima forma!

                                                     



De Emerald Toucanet
                                               
Na de lunch rijden we terug naar het hotel, alwaar de kleintjes in bed gelegd worden. Wij trekken er samen nog even op uit om het dorpje te verkennen, we hebben het eigenlijk alleen nog maar bij avond een beetje gezien. Het valt tegen. Er zijn wel genoeg tentjes waar je koffie kunt drinken maar verder is het eigenlijk niets. Veel toeristische troep. We hebben het dus gauw gezien en gaan energie verzamelen om de avond-tour aan te kunnen. Die begint om acht uur, en voor die tijd eten we opnieuw bij de Italiaan van gisteren, dat is uitstekend bevallen en ook nu smaken de pizza’s fenomenaal. Om maar niet te spreken van de voortreffelijke wijn…


Om half acht worden we opgehaald door een busje dat ons naar het startpunt van de tocht in het Santa Elena Cloud Forest brengt. Daar is net een groep teruggekomen, en ze vergapen zich aan iets dat in een boom zit. Ze verdringen elkaar om een foto te maken dus het moet wel interessant zijn! Ik ga ook kijken, natuurlijk. En ja hoor, daar is hij dan toch: de luiaard! Het valt nog niet mee hem een beetje goed op de foto te krijgen, maar uiteindelijk lukt het toch om een redelijk plaatje te schieten. Zo, die kunnen we afvinken!
Dan gaan we zelf op pad. We krijgen allemaal een zaklamp mee en Inger en ik doen onze poncho’s vast aan. De roze heb ik thuis gelaten, ik hou het bij een neutrale transparante. Nog een keer als een danseres uit de Moulin Rouge, ik geloof het wel. Onze groep bestaat uit 8 personen en het eerste wat we doen is…naar de luiaard! Nu krijgen we hem veel beter te zien. Wat een bijzondere dieren zijn dat toch, ze sparen gewoon al hun energie zodat ze in een noodgeval de sokken erin kunnen zetten. Hoewel, dat laatste moet ik nog zien hoor, ze bewegen zich zó ongelofelijk traag dat je je niet kunt voorstellen dat ze dat tempo ook maar íets kunnen verhogen. Voor ons heeft het dier een speciale betekenis: Hugo’s geboortekaartje is voorzien van een prachtige tekening van een luiaard. Zijn ouders zagen er een paar jaar geleden een, hangend in een grote bos bamboe en dat is beeld is bij hen ook blijven hangen – hoe toepasselijk. Vandaar mijn opmerking in het begin: Hugo is een luiaard! We hopen maar dat hij zelf níet al te lui van aard is, maar vooralsnog lijkt het daar gelukkig in het geheel niet op. Wel onderzoekt hij alles zeer nauwkeurig, daar zou je enige gelijkenis in kunnen vinden (een luiaard zoekt ook heel precies zijn blaadjes uit) maar vermoedelijk heeft hij deze eigenschap toch meer van zijn vader 😉

Hugo!

Goed, we lopen verder. Door het donkere bos, waar de gids uitstekend de weg weet. Het tempo is hoog maar af en toe blijven we opeens stil staan, dan schijnt de gids met zijn zaklamp naar boven en zien we een slapende kolibri, een slapende toekan en zo nog wat andere vogels. Eerlijk gezegd wist ik niet dat vogels echt slapen, gewoon op een tak. Maar het is echt zo. Ik probeer wat foto’s te maken, maar daar stop ik op een goed moment mee. Liever kijk ik gewoon, het moment is zó voorbij. Na ongeveer vijf kwartier begint het zachtjes te regenen. En even later iets harder. Tot het zó begint te plenzen dat Inger en ik onze poncho’s weer aantrekken. De heren doen niet aan zoiets kinderachtigs, die laten zich gewoon lekker helemaal kletsnat regenen…




Héél goed kijken!
We gaan nog sneller lopen. Heuvel op, heuvel af. Trapjes op, trapjes af. Over een gevallen boomstam heen, onder een struik door. We moeten uitkijken dat we niet uitglijden want alles verandert direct in een glibberige modderpoel. Gelukkig blijven we allemaal overeind en plotsteling stopt de gids weer. In de stromende regen laat hij zich een stukje omlaag zakken, een meisje volgt hem. Bij een boom, een paar meter lager, schijnt hij op de stam. Een slang! En niet zomaar een, een schitterend gifgroen exemplaar. Is ie giftig? Ja dus! Het meisje weet niet hoe gauw ze weer omhoog moet komen, en dat valt nog niet mee in alle nattigheid. Dan vraagt de gids wie er een mobiel bij zich heeft, hij maakt dan even een foto. Dat laat ik me geen twee keer zeggen (tot mijn verbazing ben ik de enige) en ik krijg een paar prachtige foto’s van Kaa de slang op mijn telefoon. Het dier blijkt er al twee weken te zitten! In dezelfde houding, wachtend op …ja, dat weet ik dan weer niet.



Hierna rennen we door het bos naar het beginpunt. Helaas is het te nat om de beroemde groen-rood-blauwe gifkikker op te sporen, de gids heeft het nog wel geprobeerd maar het lukte gewoon niet in deze omstandigheden. Het is trouwens op de meeste afbeeldingen een redelijk fors exemplaar, maar in werkelijkheid is het een piepklein beestje dat je echt moet weten te vinden, anders kijk je er zo overheen.
Zonder kleerscheuren - best een prestatie in deze omstandigheden - bereiken we het verzamelpunt vanwaaruit de shuttle ons weer terug zal brengen. Tot op het bot nat (de mannen) en behoorlijk verkleumd (wij allemaal) komen we aan in het hotel. Een warme douche en dan duiken we in bed. Wat een dag!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten