De donsjas gaat maar weer aan vandaag, opnieuw koud en bovendien staat er
een stevige wind. Maar dat let ons niet een tour te maken over een serie
hangbruggen in het Selvatura Park. Als we er aankomen is de parkeerplaats leeg.
Er staat geen enkele auto. Wel een beetje gek, het is echt een van de
toeristische trekpleisters. We gaan maar eens vragen bij de ingang, een enorm
groot en modern gebouw om de drommen bezoekers van dienst te kunnen zijn. Maar
ook daar is niemand. Wat blijkt: alle bruggen zijn gesloten vanwege de harde
wind! Het lijkt verdorie wel de wintersport, waar ook soms de liften niet gaan
als het te hard waait. Tja, er valt weinig aan te doen. We rijden eerst maar even
terug naar het hotel waar Mauricio nog is achtergebleven met Hugo. Wat nu? Het
wordt een uitstapje naar het Serpentarium waar je, hoe toevallig, slangen en
andere spannende en minder spannende dieren kunt bewonderen.
Slangen zijn niet echt mijn grootste vrienden. De enkele keer dat ik ze in
het wild ben tegengekomen liep ik er met een grote boog omheen. Van alle
waarschuwingsborden voor ratelslangen, die we op veel kampeerterreinen in de VS
zijn tegengekomen, werd ik ook al een beetje zenuwachtig. En zelfs achter glas,
zoals we ze nu zien, kan ik er niet veel enthousiasme voor opbrengen. Maar
indrukwekkend zijn ze wel! De anderen blijven langer staan kijken terwijl ik me
vast naar de schildpadden spoed, daar heb ik vreemd genoeg dan weer geen enkele
moeite mee J. Er zijn ook veel kikkers, zelfs de beroemde roodoogmakikikker,
ook wel roodogige boomkikker genoemd, kunnen we hier bewonderen. Ik dacht dat
hij ongeveer zo groot zou zijn als onze kikkers hier in Nederland, maar de
vrouwtjes worden maximaal 7 centimeter en de mannetjes komen niet verder dan 5 cm. Feminisme avant la lettre! Er zijn ook een paar piepkleine knalrode kikkertjes te zien, je moet echt heel
goed kijken om ze te vinden.
Na deze gratis ‘exposure-therapy' - die helaas niet echt gewerkt heeft - zoeken we een koffietentje op. Dat is
gauw gevonden, en we kunnen ons er ook te goed doen aan verrukkelijke
zelfgemaakte taart (wij) of een goede tosti (de rest). Daarna gaan we terug
naar het hotel waar Mille en Hugo te slapen worden gelegd en wij ook even rust
pakken. Om een uur of twee gaan we, met Jette en Mauricio, en Hugo in de draagzak,
naar de orchideeëntuin. Dat is een schot in de roos, zo blijkt. Je kunt er
alleen rondlopen met een gids, niet geheel toevallig ook het meisje dat de
kassa bedient: het is een familie-aangelegenheid en de kassa gaat gewoon op
slot! We krijgen ontzettend veel informatie, het is werkelijk prachtig
aangelegd. Onze gids vertelt dat de familie haar ziel en zaligheid in deze tuin
heeft gestopt, al meer dan 25 jaar lang. Er zijn meer dan 450 soorten te zien
waarvan er altijd wel zo’n 120 in bloei staan. We zien de Bacon-orchidee – er zitten
blaadjes aan die lijken op uitgebakken bacon; een tijgervariant; een ballerina; grote en ook
juist hele kleine orchideeën; we kunnen ons geluk niet op. Als je niet van
orchideeën houdt moet je hier natuurlijk niet zijn…
![]() |
Spider orchid![]() |
![]() |
Bacon orchid |
Geheel verzadigd door al dat moois rijden Bert en ik nog even naar de
parkeerplaats van het cloud forest, waar we gisteren de man van het aardewerk
zagen. Hij vraagt opnieuw of we een paar minuutjes hebben. Nou, dat worden er ongeveer 60... Deze pottenbakker is op uitnodiging van de regering hier om te laten
zien hoe de precolumbiaanse pottenbakkers te werk gingen. Het hoort nu tot het cultureel
erfgoed. We krijgen een klein college over de kleisoorten, de manier van
opbouwen van de potten - die heel anders is dan wij kennen en er wordt ook een heel ander soort draaischijf gebruikt, een kleine die af en toe een zetje krijgt met de hand - en het aanbrengen
van de decoraties. Natuurlijk geeft hij ook een demonstratie. Marcelo is een
enthousiast verteller en we zijn erg onder de indruk. Hij woont hier in het
schuurtje achter het winkeltje, wat ook niet meer is dan een schuurtje, en in
het weekend gaat hij naar zijn familie aan de kust. Dan zoekt hij mineralen in
de heuvels daar, die neemt hij vervolgens weer mee hier naar toe om ze te
gebruiken voor het kleuren van de klei. Ook die klei haalt hij trouwens
daarvandaan. Alles gaat natuurlijk in rap Spaans, hij spreekt geen woord
Engels. Ik doe mijn best het zoveel mogelijk te vertalen in de hoop dat Bert dan
genoeg meekrijgt van alle informatie.
We willen beslist iets meenemen, het is echt zo mooi wat hij maakt. Na lang
wikken en wegen kiezen we een iets grotere schaal op pootjes en een kleiner
exemplaar waarin twee technieken zijn toegepast: het bovenste deel is
ongeglazuurd. Terwijl hij onze aankopen inpakt lopen wij nog even naar de grote
klei-oven die op het terrein staat. Alles wordt houtgestookt, dat kan ook niet
anders. Het duurt in totaal drie dagen om het hele stookproces te voltooien.
![]() |
Deze schaal nemen we mee naar huis.... |
![]() |
....en dit bakje ook! |
Met twee pakketjes onder de arm komen we thuis. We kunnen bijna meteen weer
wegrijden, het is etenstijd. En waar kun je dan beter naar toe gaan dan naar de
Italiaan-met-de-lekkerste-wijn-van-Costa-Rica? Doen we. Proost!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten