Woensdag 3 januari – dag
17: Monteverde
Hugo is een luiaard. Dat
jullie het maar even weten. Ik kom er nog op terug!
Vandaag trekken we
allemaal warme kleren aan. Het is namelijk nog steeds koud. En dat niet alleen,
het regent ook een beetje. Maar ach, als je in een regenwoud bent is dat niet
zo gek en we zijn goed voorbereid: iedereen heeft een poncho bij zich, zelfs
voor Mille is er een mini-exemplaar mee. Alleen Jette en Mauricio gaan in het
dorp nog even op zoek naar een regenjas waar ze ook Hugo goed onder kunnen
verstoppen als hij in de draagzak zit. Bovendien heeft hij een nieuwe muts
nodig, het is nu beslist te koud voor hem zonder en zijn oude is te klein. Ze gaan
daarna meteen door naar de ingang van het park om vast kaartjes te kopen voor
ons allemaal.
De parkeerplaats van het Reserva Biológica Bosque Nuboso ligt een
eindje van de ingang af. We worden naar een vrije plek gedirigeerd en horen dat
een shuttle-busje ons het laatste stuk naar boven zal brengen. Op de
parkeerplaats staat een houten gebouwtje waarin een winkeltje met aardewerk
zit waar we heel even rondkijken maar graaien dan onze spullen snel bij elkaar
om in de shuttle te stappen. De eigenaar ziet onze interesse en vraagt of hij
ons iets mag vertellen, hij heeft maar een paar minuten van onze tijd nodig,
maar dat houden we af. We willen graag op tijd bij onze afspraak zijn. De
kaartjes zijn inmiddels gekocht, en we hijsen ons allemaal in een
poncho/regenjas. Mijn exemplaar is knalroze, zodat ik eruit zie als een
lichtgevende flamingo. Iets voor tienen ontmoeten we onze gids, Giuliano. Een
Amerikaan van Italiaanse afkomst, die zijn praktijk als jurist eraan gegeven
heeft om zich in Costa Rica bezig te gaan houden met de bescherming van dit
unieke stukje natuur en we gaan met hem op pad voor een tocht die ongeveer drie
uur zal gaan duren. Giuliano blijkt een geboren verteller en we hangen dan ook
aan zijn lippen terwijl hij om de paar meter stilstaat om iets te laten zien.
Als je géén gids hebt loop je er zo aan voorbij en denk je waarschijnlijk
alleen maar ‘leuk, een bos’, maar wij zien echt een enorme verscheidenheid aan
planten en bloemen. Hugo is helaas nogal jengelig, hij wil niet echt in slaap
vallen wat we natuurlijk wel gehoopt hadden. Na een half uurtje heeft Mauricio
het wel gezien en gaat hij met Hugo terug om ons niet op te houden. Begrijpelijk
maar wel erg jammer. Wij gaan zonder hen door en krijgen het ene college na het
andere. Over epifyten, planten die op andere planten, bladeren of boomschors
groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken zoals bijvoorbeeld de bromelia die
hier werkelijk in overvloed te zien is maar ook orchideeën, aronskelken, varens
en mossen; over de lianen die niet alleen van beneden naar boven maar ook van
boven naar beneden groeien; over parasitaire planten die hun gastheer van al
het voedsel ontdoen door ze te wurgen, zoals de Ficus, over de allerkleinste
orchidee die er bestaat. Heel veel dieren zien we niet, behalve dan een enkel
vlindertje dat Giuliano hier nog nooit eerder gezien heeft, dat is natuurlijk wel
heel bijzonder, en de nodige insecten. We lopen over een hangbrug heen en weer
waar niet meer dan vijf mensen tegelijk op mogen. Best leuk hoor, je loopt over
de toppen van de bomen, maar je ziet toch beduidend veel meer als je gewoon op
een pad door het bos loopt. Die roze poncho heb ik intussen allang uitgedaan, ik
voel me teveel mens om zo lang op één been te staan en bovendien: het is droog!
Als we al een paar uur
gelopen hebben komen we een andere gids tegen die Giuliano zegt goed op te
letten, er is een klein stukje verderop iets bijzonders te zien. We hopen op
een kudde luiaarden maar het pakt anders uit: niet ver van ons vandaan zien we
hem dan toch, in vol ornaat: de Quetzal! Het betreft hier de Costaricaanse
soort: de Pharomachrus mocinno costaricensis. Giuliano heeft een enorme grote verrekijker mee, op statief, en daardoor
is deze kleurrijke vogel helemaal goed te zien. We blijven een hele tijd staan
kijken. Af en toe verplaatst hij zich maar hij blijft in de buurt zodat we hem
van alle kanten kunnen bekijken. In Afrika ga je voor de Big Five, hier voor de
Little Two: de Quetzal en de luiaard.
Ik kan nog wel veel meer vertellen over wat we gezien hebben, maar dan wordt dit een veel te lang verhaal. De foto’s geven een aardig beeld. Voor ons is het in elk geval één van de hoogtepunten van de reis!
![]() |
Deze bloem heeft de toepasselijke naam 'Hot Lips' |
![]() |
Het vlindertje dat zelfs Giuliano nog nooit gezien had |
![]() |
De Quetzal! |
Na
de excursie zien we direct Mauricio aankomen met Hugo, die was snel in slaap
gevallen – zul je altijd zien – en ze hebben nog geprobeerd ons weer op te
zoeken. Helaas zijn ze daarbij de verkeerde kant op gelopen, maar ze hebben
zich toch vermaakt begrijpen we. Gezamenlijk nemen we nog even een kijkje in de
kolibrie-tuin en dan is het hoogste tijd voor de lunch. In het restaurant is
binnen alles bezet, buiten is genoeg plaats. En de zon schijnt dus daar maken
we dankbaar gebruik van. Omdat ik even geen zin heb in rijst haal ik bij een
winkeltje ernaast een versgebakken quiche, die helaas niet opgewarmd kan
worden: de elektriciteit is uitgevallen. Tja, kan gebeuren. En koude quiche is
óók lekker. Terwijl Mille even op een stenen speelbeest kruipt wijst iemand
anders ons op iets dat in de boom er vlakbij zit. Het is een Emerald Toucanet, een kleinere toekansoort.
Hij blijft rustig zitten zodat ik een foto kan maken. Costa Rica in optima
forma!
![]() |
De Emerald Toucanet |
Na
de lunch rijden we terug naar het hotel, alwaar de kleintjes in bed gelegd
worden. Wij trekken er samen nog even op uit om het dorpje te
verkennen, we hebben het eigenlijk alleen nog maar bij avond een beetje gezien.
Het valt tegen. Er zijn wel genoeg tentjes waar je koffie kunt drinken maar
verder is het eigenlijk niets. Veel toeristische troep. We hebben het dus gauw
gezien en gaan energie verzamelen om de avond-tour aan te kunnen. Die begint om
acht uur, en voor die tijd eten we opnieuw bij de Italiaan van gisteren, dat is
uitstekend bevallen en ook nu smaken de pizza’s fenomenaal. Om maar niet te
spreken van de voortreffelijke wijn…
Om
half acht worden we opgehaald door een busje dat ons naar het startpunt van de
tocht in het Santa Elena Cloud Forest brengt. Daar is net een groep
teruggekomen, en ze vergapen zich aan iets dat in een boom zit. Ze verdringen
elkaar om een foto te maken dus het moet wel interessant zijn! Ik ga ook
kijken, natuurlijk. En ja hoor, daar is hij dan toch: de luiaard! Het valt nog
niet mee hem een beetje goed op de foto te krijgen, maar uiteindelijk lukt het
toch om een redelijk plaatje te schieten. Zo, die kunnen we afvinken!
Dan
gaan we zelf op pad. We krijgen allemaal een zaklamp mee en Inger en ik doen
onze poncho’s vast aan. De roze heb ik thuis gelaten, ik hou het bij een
neutrale transparante. Nog een keer als een danseres uit de Moulin Rouge, ik
geloof het wel. Onze groep bestaat uit 8 personen en het eerste wat we doen
is…naar de luiaard! Nu krijgen we hem veel beter te zien. Wat een bijzondere
dieren zijn dat toch, ze sparen gewoon al hun energie zodat ze in een noodgeval
de sokken erin kunnen zetten. Hoewel, dat laatste moet ik nog zien hoor, ze
bewegen zich zó ongelofelijk traag dat je je niet kunt voorstellen dat ze dat
tempo ook maar íets kunnen verhogen. Voor ons heeft het dier een speciale
betekenis: Hugo’s geboortekaartje is voorzien van een prachtige tekening van
een luiaard. Zijn ouders zagen er een paar jaar geleden een, hangend in een
grote bos bamboe en dat is beeld is bij hen ook blijven hangen – hoe toepasselijk.
Vandaar mijn opmerking in het begin: Hugo is een luiaard! We hopen maar dat hij
zelf níet al te lui van aard is, maar vooralsnog lijkt het daar gelukkig in het
geheel niet op. Wel onderzoekt hij alles zeer nauwkeurig, daar zou je enige
gelijkenis in kunnen vinden (een luiaard zoekt ook heel precies zijn blaadjes
uit) maar vermoedelijk heeft hij deze eigenschap toch meer van zijn vader 😉
![]() |
Hugo! |
Goed,
we lopen verder. Door het donkere bos, waar de gids uitstekend de weg weet. Het
tempo is hoog maar af en toe blijven we opeens stil staan, dan schijnt de gids
met zijn zaklamp naar boven en zien we een slapende kolibri, een slapende
toekan en zo nog wat andere vogels. Eerlijk gezegd wist ik niet dat vogels echt
slapen, gewoon op een tak. Maar het is echt zo. Ik probeer wat foto’s te maken,
maar daar stop ik op een goed moment mee. Liever kijk ik gewoon, het moment is
zó voorbij. Na ongeveer vijf kwartier begint het zachtjes te regenen. En even
later iets harder. Tot het zó begint te plenzen dat Inger en ik onze poncho’s weer
aantrekken. De heren doen niet aan zoiets kinderachtigs, die laten zich gewoon
lekker helemaal kletsnat regenen…
![]() |
Héél goed kijken! |
We
gaan nog sneller lopen. Heuvel op, heuvel af. Trapjes op, trapjes af. Over een gevallen boomstam heen, onder een struik door. We moeten
uitkijken dat we niet uitglijden want alles verandert direct in een glibberige
modderpoel. Gelukkig blijven we allemaal overeind en plotsteling stopt de gids
weer. In de stromende regen laat hij zich een stukje omlaag zakken, een meisje
volgt hem. Bij een boom, een paar meter lager, schijnt hij op de stam. Een
slang! En niet zomaar een, een schitterend gifgroen exemplaar. Is ie giftig? Ja
dus! Het meisje weet niet hoe gauw ze weer omhoog moet komen, en dat valt nog
niet mee in alle nattigheid. Dan vraagt de gids wie er een mobiel bij zich heeft,
hij maakt dan even een foto. Dat laat ik me geen twee keer zeggen (tot mijn
verbazing ben ik de enige) en ik krijg een paar prachtige foto’s van Kaa de
slang op mijn telefoon. Het dier blijkt er al twee weken te zitten! In dezelfde
houding, wachtend op …ja, dat weet ik dan weer niet.
Hierna
rennen we door het bos naar het beginpunt. Helaas is het te nat om de beroemde
groen-rood-blauwe gifkikker op te sporen, de gids heeft het nog wel geprobeerd maar het
lukte gewoon niet in deze omstandigheden. Het is trouwens op de meeste afbeeldingen een redelijk fors
exemplaar, maar in werkelijkheid is het een piepklein beestje dat je echt moet
weten te vinden, anders kijk je er zo overheen.
Zonder kleerscheuren - best een prestatie in deze omstandigheden - bereiken we het verzamelpunt vanwaaruit de shuttle ons weer terug zal brengen. Tot
op het bot nat (de mannen) en behoorlijk verkleumd (wij allemaal) komen we aan
in het hotel. Een warme douche en dan duiken we in bed. Wat een dag!